Het Federaal Parlement bestaat uit twee kamers : de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat.

De Senaat bestaat uit 60 leden en is vandaag eerder een symbolisch orgaan. De Kamer van volksvertegenwoordigers bestaat uit 150 volksvertegenwoordigers uit alle partijen, die rechtstreeks verkozen zijn door het volk. De Kamer wordt voorgezeteld door de eerste minister. Hij leidt de Kamer en wordt bijgestaan door de andere ministers die door de Koning benoemd zijn.
De ministers vormen samen met de Kamerleden de "wetgevende macht ". De voorzitter van de Kamer is Alexander De Croo (Open-Vld) De Kamervoorzitter is Elliane Tillieux (PS)
De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft een Reglement dat bestaat uit 182 artikelen. Op 30.03.2020 werd dit Reglement gewijzigd. Dit nieuw Reglement werd met meerderheid van stemmen goedgekeurd door onze Volksvertegenwoordigers.
De artikelen 122 tem 132 beschrijven de regels in verband met het stellen van vragen en interpellaties door Volksvertegenwoordigers: Art 122: algemene regels Art.123: schriftelijke vragen Art.124: mondelinge vragen in plenaire vergadering De spreektijd is herleid van 3 minuten voor vraag en antwoord, naar 2 minuten voor de vraag, 2 minuten voor het antwoord en 1 minuut repliektijd voor de vraagsteller. Dixit Theo Franken wordt deze regel niet meer gerespecteerd en het reglement met de voeten getreden Art.125: actualiteitsdebat in plenaire vergadering De spreektijd van de vraagsteller is 2 minuten en de repliektijd van het lid van de regering 5 minuten. Slechts één spreker per fractie mag het woord nemen. Dixit Theo Franken wordt dit artikel niet meer gerespecteerd. Actuele Themadebatten worden op het laatste moment afgeschaft. Art.126: dringende vragen in plenaire vragen Deze dringende vragen moeten eerst schriftelijk medegedeeld worden aan de betrokken minister die de ontvankelijkheid beoordeelt. Maw de minister mag zelf bepalen of hij de vraag toelaat of niet. Dit is de wereld op zijn kop. Als de vraag toelaatbaar is, is de duurtijd voor het stellen van de vragen in plenaire vergadering 2 minuten, de tijd van de minister 2 minuten omtde vraag te beantwoorden en 1 minuut repliektijd voor de vraagsteller. Dixit Theo Francken wordt dit artikel niet meer gerespecteerd en worden vragen alleen nog maar digitaal beantwoord ( schriftelijk dus)
Art. 127: mondelinge vragen in commissies De vragen moeten op voorhand schriftelijk ingediend worden. De Kamervoorzitter (Eliane Tillieux PS) bepaalt of de vraag ontvankelijk is en mag gesteld worden. Er mag maar één vraag per week gesteld worden over hetzelfde onderwerp in de commissie OF de plenaire vergadering van de Kamer. Dit is een extreme vorm van censuur. Als de vraag toelaatbaar is, bedraagt de spreektijd van de vraagsteller 5 minuten en de minister tot wie de vraag gericht is ook 5 minuten. Vervolgens beschikt elk nog 2 minuten om voor woord en wederwoord. Art.128: actualiteitsdebat in commissie Wanneer minstens 3 Kamerleden vragen stellen over hetzelfde onderwerp, kan de Commissievoorzitter (maar hij moet niet) beslissen om deze vragen samen te voegen in een actualiteitsdebat van de commissie. Als vragen over hetzelfde onderwerp gesteld worden door minstens 5 politieke fracties dan moet de Commissievoorzitter een actualiteitsdebat organiseren. Dixit Theo Francken wordt dit artikel niet meer gerespecteerd. Art.129: dringende vragen in de commissie De dringende vraag (die op voorhand schriftelijk is medegedeeld en goedgekeurd door Kamervoorzitter) mag gesteld worden aan dezelfde voorwaarden als art.124 (2 min - 2 min - 1 min) Art. 130: interpelaties 1 x per maand mag 1 kamerlid over het zelfde onderwerp een interpelatie vragen. De vraag moet op voorhand schriftelijk worden ingediend. Indien er de afgelopen maand reeds een vraag is gesteld over hetzelfde onderwerp kan de Voorzitter van de Kamer (De Croo) de vraag onontvankelijk verklaren (niet toelaatbaar). Dit is een extreme vorm van censuur. Dixit Theo Fracken wordt dit artikel met de voeten getreden. Art.131: interpelaties in plenaire vergadering Het Kamerlid dat toelating heeft bekomen om een interpelatie te doen heeft 10 minuten spreektijd. Indien door andere Kamerleden vragen hetzelfde onderwerp zijn toevoegd, beschikken zij elk over 5 minuten om het woord te voeren. Dit artikel is zoals vanouds. Art.132: interpelaties in de commissies Dixit Theo Francken wordt dit artikel met de voeten getreden Vergelijkbare regels als in art.131
Elk Kamerlid heeft het volstrekte recht om alle vergaderingen bij te wonen. Art. 42 van het reglement bepaalt enkel het minimum quorum dat vereist is om te kunnen beraadslagen. GEEN maximum. Dixit Theo Francken worden de rechten van de Kamerleden uit de Oppositie ingeperkt. Zij mogen niet aanwezig zijn op plenaire vergaderingen. Zij worden geweerd. Dit is een ernstige inbreuk op de democratische rechtsbeginselen.
Over de aanwezigheid van de pers vermeldt het reglement niets, maar.... plenaire vergaderingen van de Kamer zijn ALTIJD openbaar dus iedereen kan en mag ze bijwonen, u, ik en de pers. Het feit dat de toegang tot de plenaire vergaderingen geweigerd wordt aan de pers, vormt een ernstige inbreuk op de democratische rechtsbeginselen.
Ik nodig jullie uit om het Reglement van de Kamer zeer grondig te lezen. Lees zeker ook de volgende artikelen:
art.104: de alarmbel procedure (als er iets goed fout zit) artikelen 71 tem 120: hoe wetten tot stand komen + bevoegdheid van de ministers tot herziening van de Grondwet art 133 : de motie van wantrouwen ( dat de regering doet vallen ) art.145 tem 148 : het recht van onderzoek De artikelen 95 en 96 van het Reglement voorzien NIET in een vereist minimum quorum voor de stemming van de wetten, waaruit dient afgeleid dat een gewone meerderheid (de helft + 1) volstaat (dit natuurlijk mits elk kamerlid van de oppositie toegang krijgt tot de plenaire vergadering zoniet is er geen sprake van een democratisch proces).
In de bijgevoegde PDF vindt u de namen van de 150 Kamerleden (opgelijst per partij). Schrijf ze aan. Vraag hen om te doen wat zij verondersteld zijn van te doen: de belangen en rechten van het volk vrijwaren, de fundamentele grondrechten van het volk veilig stellen, motie van wantrouwen indienen als de democratische rechtgang niet gerespecteerd wordt; onderzoeken eisen, de alarmbel procedure instellen als ministers wetsvoorstellen neerleggen die de rechten van het volk aantasten.
Bron: Theo Francken
コメント