top of page
Search
Carine Knapen

Vonnis kortgeding 30.03.2021: lle maatregelen moeten binnen de 30 dagen afgeschaft worden


De Brusselse rechter in kortgeding heeft geoordeeld dat de wettelijk basis waarop alle coronamaatregelen steunen niet volstaat en vraagt de overheid om alle maatregelen binnen de dertig dagen in te trekken.


De huidige coronamaatregelen zijn gebaseerd op de Wet op de Civiele veiligheid uit 2007 en twee andere wetten. Die wet kwam er indertijd na de treinramp in Ghislenglien om snel te kunnen optreden na dit soort rampen. Maar de rechter in kortgeding heeft nu beslist dat die wetten niet kunnen dienen als basis voor de ministeriële besluiten waarmee de coronamaatregelen uitgevaardigd worden. Zo meldt Le Soir en wordt ons bevestigd door Kati Verstrepen van de Liga voor de Mensenrechten die het kortgeding aanspande. ‘De rechter oordeelt dat het legaliteitsbeginsel is geschonden omdat de huidige manier van werken niet voorzienbaar genoeg is’, zegt Verstrepen.


5.000 euro boete per dag


De rechter in kortgeding geeft de Belgische staat 30 dagen om een gedegen wettelijke basis te voorzien op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag dat die termijn wordt overschreden. Weliswaar met een maximum van 200.000 euro. De staat zal wellicht in beroep gaan, maar omdat het om een kortgedingvonnis gaat schorst een beroep de uitvoering van het vonnis niet op.


‘We zullen het vonnis bestuderen’, reageert minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). Vanmiddag wordt in de kamer gedebatteerd over een pandemiewet. Deze uitspraak zet alleen maar meer druk om snel zo’n wet goed te keuren.


___________ Deze uitspraak is er gekomen op vordering van de vzw Liga voor Mensenrechten. Het argument dat de wet op de civiele veiligheid, de wet op de civiele bescherming en de wet op het Politieambt niet kunnen voor de Ministeriële Besluiten worden ook door mij ingeroepen in het verzoekschrift voor de Raad van State (maar nog veel uitgebreider ).

Het vonnis dat de opheffing van de maatregelen beveelt is ontegensprekelijk een voordeel. Wij gaan echter voor de schorsing en nietigverklaring van de Ministeriële Besluiten zelve zodat er nooit meer een Ministerieel Besluit kan uitgevaardigd worden.

En, als Annelies Verlinden in 7 haasten een pandemie wet er door duwt waarin de Grondwettelijke rechten en vrijheden niet gerespecteerd worden en/of de GDPR wet en/of enige andere toepasselijke wet, dan gaan we ook daarmee opnieuw naar het Grondwettelijk Hof.


UPDATE :

De berichtgeving in de voltallige pers schijnt niet correct te zijn. Ik beschik ( nog ) niet over het vonnis zelve maar er is ondertussen gemeld dat de Belgische Staat niet veroordeeld is om de maatregelen binnen de 30 dagen af te schaffen maar wel dat zij over een termijn van 30 dagen beschikt om een pandemiewet te stemmen omdat de maatregelen die voorzien zijn in de Ministeriële Besluiten geen wettelijke basis hebben, bij gebreke waarvan zij een dwangsom van 5.000 € per dag vertraging dient te betalen met een maximum van 200.000 €.

180 views0 comments

Comments


bottom of page