top of page
Search
Carine Knapen

Besmet met corona en toch niet ziek

Bron: Apache

Het is eerder al verschillende keren gezegd en geschreven (zie eerdere posts met bronnen) en wordt nu opnieuw bevestigd. Ook door Marc Van Ranst.


"De voorbije vier maanden, zo leren de cijfers van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, testten 4.150 bewoners en personeelsleden van woonzorgcentra positief voor het SARS-CoV-2 virus. Dat is ongeveer 6% van de mensen die werden getest.

Veel opvallender dan dat percentage is het aandeel van de mensen met een positieve test dat geen symptomen van Covid-19 vertoonde. Bij de personeelsleden gaat het om 91%. Bij de bewoners ligt het percentage nog iets hoger: daar testte 92% positief zonder ziektesymptomen te vertonen. Ruim negen op de tien zou dus geen symptomen hebben en toch besmet zijn met het virus.


“Dat zijn zeer hoge cijfers”, zegt Joris Moonens, woordvoerder van het Agentschap Zorg en Gezondheid. “De cijfers komen via het federaal testplatform. De data komen vaak met wat vertraging en er zit wellicht ook ruis op. We mogen ons dus niet vastpinnen op de exacte cijfers, maar in grote lijnen tonen ze wel wat wij ook in de praktijk vaststellen: we zien veel meer asymptomatische besmettingen dan mensen met symptomen.”


Geen klassieke syptomen De woonzorgcentra en andere centra voor lang verblijf zijn een van de weinige plekken in ons land waar de voorbije maanden op grote schaal preventief werd getest. Het is bijgevolg ook een van de weinige grotere datasets die iets kunnen vertellen over hoe frequent een coronabesmetting zonder symptomen verloopt. De gegevens van de Vlaamse woonzorgcentra sluiten ook aan bij internationale bevindingen. Er duiken steeds meer studies op die aangeven dat het aantal zogeheten asymptomatische infecties wellicht een stuk hoger ligt dan aanvankelijk gedacht.

Eerder deze maand bracht het Office for National Statistics in Groot-Brittannië gegevens over het aantal asymptomatische infecties in Groot-Brittannië tijdens de eerste golf. Het Britse overheidsinstituut stelde vast dat 86,1% van de mensen die positief testten geen van de klassieke symptomen vertoonden (koorts, hoesten of verlies van smaak- en reukzin) op de dag waarop de positieve tests werden afgenomen.

In augustus lijstte de Washington Post ook al een aantal opvallende, maar kleinere steekproeven op, waarbij de bevindingen gelijkaardig waren.

Een aantal elementen kan dat zeer hoge aantal asymptomatische besmettingen voor een deel verklaren. De hypergevoeligheid van de PCR-test die als standaard test wordt gebruikt, bijvoorbeeld. Die test pikt RNA, erfelijke materiaal, van het SARS-CoV-2 virus op maar is zo gevoelig dat hij soms ook ‘dode’ RNA-fragmenten, afkomstig van een oude infectie oppikt.

Ook de incubatieperiode van 5,2 dagen kan een rol spelen. Omdat het de voorbije maanden in belangrijke mate om preventieve tests ging, kunnen de personen nog symptomen ontwikkelen in de dagen na de test. Maar net omdat de cijfers betrekking hebben op vier maanden, de incubatietijd gemiddeld slechts 5,2 dagen bedraagt en het aantal personen met symptomen relatief beperkt is (ongeveer 324) kan dat slechts een deel van de verklaring zijn.

Interessante hypotheses

De meest voor de hand liggende verklaring is dan ook dat er gewoon veel meer asymptomatische besmettingen zijn dan aanvankelijk gedacht. Maar hoeveel het er zijn, dat blijft voorlopig onduidelijk.


Het zijn hoge cijfers maar we mogen er voorlopig geen al te stellige conclusies aan verbinden”, zegt viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven). “Om echt duidelijkheid te krijgen, zou dit soort gegevens in een wetenschappelijke studie moeten worden gegoten. Dat is de enige manier om uit te sluiten dat andere factoren een rol spelen.” “De hoge gevoeligheid van de PCR-test zou oude infecties kunnen detecteren. Om daar duidelijkheid over te krijgen, zouden we de kwalitatieve gegevens van de verschillende individuele tests moeten bekijken. Die vertellen iets over de kans dat het om oude infecties gaat.”


Volgens de Leuvens viroloog is het een van de vele interessante onderzoeksvragen die de komende maanden een duidelijker antwoord moeten krijgen. “Hoewel we het virus nog geen jaar kennen, is SARS-CoV-2 met voorsprong het meest bestudeerde virus ooit. Nooit eerder werd zo massaal getest, zo intensief gezocht naar medicatie en zo koortsachtig gewerkt aan een vaccin. Dat levert een massa aan nieuwe gegevens, nieuwe inzichten en interessante hypotheses op. Voor echte antwoorden is het echter nog te vroeg.”


Net omdat er nooit eerder zo massaal neuswissers in mensen hun mond en neusholte werden gestoken, kan de berg aan nieuwe informatie nieuwe inzichten bijbrengen, ook over andere virussen.


Het idee van de asymptomatische infecties kan daarbij als voorbeeld dienen. Omdat er nooit zo massaal werd getest op het influenzavirus dat griep veroorzaakt, kunnen we niet echt uitsluiten dat een infectie, net als bij SARS-CoV-2, misschien ook wel vaak asymptomatisch verloopt.

We hebben enkel aandacht voor de mensen die ziek worden en de diagnose ‘griep’ wordt doorgaans op basis van klinisch onderzoek gesteld. Soms worden stalen doorgestuurd en al dan niet bevestigd in laboratoria, maar dat gebeurt zelden of nooit voor mensen zonder griepsymptomen. We weten dus niet of er in het griepseizoen al dan niet (veel) mensen rondlopen die drager zijn van het influenzavirus geen of nauwelijks symptomen ontwikkelen.


Eind september publiceerde het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet een interessante studie waarbij werd gekeken naar de aanwezigheid van antistoffen bij dialysepatiënten in de Verenigde Staten. De gegevens, gestandaardiseerd voor de doorsnee Amerikaanse bevolking, geven aan dat 9,3% van de bevolking antilichamen tegen SARS-CoV-2 zou hebben. Een cijfer dat in dezelfde grote orde ligt als de cijfers voor België.


Het onderzoek toont grote verschillen tussen verschillende regio’s. In het zwaarder getroffen noordoosten van het land bleek 27,3% (van de dialysepatiënten) antistoffen te hebben, terwijl dat percentage in het westen beperkt bleef tot 3,5%. Interessant is vooral ook de vaststelling dat slechts 10% van de personen bij wie antilichamen werd aangetroffen ook gediagnosticeerd werd als Covid-patiënten. Dat impliceert dat negen op de tien patiënten een infectie doormaakte, maar nooit werd getest en de diagnose Covid-19 kreeg. Mogelijk omdat ze geen (ernstige)symptomen ontwikkelden, al is dat laatste niet zeker. Ook andere zaken zoals een tekort aan testmateriaal of een beperkte toegang tot de gezondheidszorg kunnen een rol spelen.

Toch is het een van de vele studies die wijzen in de richting van een fors aantal asymptomatische besmettingen. Daar komt bij dat de afwezigheid van antistoffen geen bewijs is dat er geen infectie met SARS-CoV-2 is geweest. Helaas kunnen antistoffen vrij snel weer uit het lichaam verdwijnen. Een studie aan het Londens King’s College toonde aan dat de hoeveelheid antistoffen in het bloed na twee tot drie maanden sterk terugloopt.


Dat ligt anders voor de zogenaamde T-cellen. De werking daarvan is complex. In essentie komt het erop neer dat ons immuunsysteem, na een eerste infectie met SARS-CoV-2, “geleerd” heeft en in staat is om bij een nieuwe aanval het virus snel opnieuw te herkennen en onschadelijk te maken. De antistoffen tegen SARS-CoV-2 mogen dan al verdwenen zijn, de T-cellen zijn de indringer nog niet vergeten en weten wat hen te doen staat om het virus een tweede keer af te weren. Het meest hoopgevende onderzoek daarover werd begin oktober gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Cell. De onderzoekers van het Zweedse Karolinska Institute toonden aan dat zelfs bij patiënten die geïnfecteerd raakten met SARS-CoV-2, maar daarbij nauwelijks of geen symptomen van Covid-19 ontwikkelden, toch een “robuuste productie van T-cellen” op gang kwam, zodat ze beschermd zijn tegen een nieuwe infectie.

Het probleem met specifieke T-cellen is dat ze veel minder makkelijk dan gewone antistoffen in het bloed aangetoond kunnen worden. “Antistoffen zijn relatief makkelijk meetbaar in het bloed”, zegt Marc Van Ranst. “T-cellen aantonen is een stuk complexer en duurder. Het kan niet geautomatiseerd worden. Daardoor is het ook een stuk arbeidsintensiever. Het kan wel in het kader van wetenschappelijk onderzoek, maar het is niet evident in het kader van een brede screening.” Een test die aangeeft of iemand over de juiste T-cellen beschikt om een nieuwe aanval van SARS-CoV-2 af te weren, zit er bijgevolg niet aan te komen. Het neemt niet weg dat er duidelijke indicaties zijn dat een eerdere blootstelling langer bescherming tegen het virus zou bieden dan de snel verdwijnende antistoffen doen vermoeden.

Andere coronavirussen Opvallend daarbij is de vaststelling van enkele Amerikaanse onderzoekers die hun bevindingen vier maanden terug publiceerden in het wetenschappelijk tijdschrift Immunology. Hun onderzoek spitste zich toe op de zogenaamde “cytokine storm”, een overreactie van het immuunsysteem die het ziekteverloop zeer negatief kan beïnvloeden, zeker bij oudere mensen. Ook daarbij spelen de T-cellen een belangrijke rol. Bij gezonde personen (twee op tien) in de controlegroep stelden ze vast dat ook zij over specifieke T-cellen beschikten die reageerden op blootstelling aan (onderdelen) van het virus, hoewel ze nooit eerder aan SARS-CoV-2 werden blootgesteld.

Dat de personen uit de controlegroep een specifieke immuunreactie vertoonden, hoewel ze nooit met SARS-CoV-2 in aanraking kwamen, heeft volgens de onderzoekers te maken met een eerdere blootstelling aan een ander gelijkend coronavirus. Naast SARS-CoV-2 en de bekende varianten MERS en SARS zijn er nog enkele andere coronavirussen. Die veroorzaken een klassieke verkoudheid. De onderzoekers suggereren dat een eerdere blootstelling aan een dergelijk onschuldig coronavirus bij de proefpersonen tot de aanmaak van specifieke T-cellen leidde. Die specifieke T-celen “herkennen” ook het SARS-CoV-2 dat tot dezelfde virusfamilie behoort en zetten een specifieke immuunreactie op gang.

Recent onderzoek, gepubliceerd in The Journal of Clinical Investigation, komt tot gelijkaardige bevindingen. De onderzoekers vergeleken de ernst van een infectie met SARS-CoV-2 bij personen die recent blootgesteld waren aan een klassieke verkoudheid, uitgelokt door een onschuldiger coronavirus, met de impact van SARS-CoV-2 bij personen die recent niet verkouden waren. Daaruit blijkt dat een recente verkoudheid mensen in belangrijke mate kan beschermen tegen (de forse klachten bij) Covid-19.

Die gegevens sluiten ook aan bij een van de hypotheses over het verloop van de Covid-epidemie op het Afrikaanse continent. Die verloopt minder ernstig dan vooraf gevreesd en dat zou mogelijk (deels) te verklaren zijn door recente infecties met oude coronavirussen. Er zijn ook indicaties dat Afrikaanse landen een hoger aantal asymptomatische infecties met SARS-CoV-2 tellen.

164 views1 comment

1 Comment


Unknown member
Nov 08, 2020

Anderzijds is het natuurlijk ook zo dat men niet besmettelijk is omdat men besmet is.

Like
bottom of page