top of page
Search

VERHOOGD RISICO OP MYOCARDITIS OF PERICARDITIS BIJ PERSONEN TUSSEN 12 -50 JAAR NA COVID VACCINATIE

Writer's picture: WWHISPERWWHISPER

Introductie :

In de voorlopige, voorwaardelijke, toelating tot commercialisatie van het experimenteel Pfizer vaccin dd.21.12.2020 ( en overigens ook in de voorlopige voorwaardelijke toelating van latere datum aan Moderna ) staat uitdrukkelijk als HIGH RISK ADVERSE EVENTS ( hoog risico bijwerkingen ) Myocarditis en Pericarditis vermeld. De EU, alle overheden en experten hebben daar hun kas aan geveegd en beslist om toch over te gaan tot massa vaccinatie.

Kennelijk ( cf de tekst van onderstaande studie ) heeft het EMA op 19 juli 2021 geadviseerd dat zowel myocarditis als pericarditis zouden opgenomen worden op de lijst van de bijwerkingen van de corona vaccins. Dit advies was het gevolg van verschillende pharmacologische vigilance rapporten waaruit gebleken was dat er een verhoogd risico op myocarditis was na vaccinatie en deze aandoeningen allemaal verliepen volgens eenzelfde patroon. Verscheidene rapporten toonden aan dat de bijwerkingen zich typisch voordeden binnen de week na de inenting, maar vooral na de tweede dosis, en voornamelijk bij jonge mannen. Wat betreft pericarditis was het verloop onzeker.


10 Franse wetenschappers hebben een onderzoek opgestart naar deze aandoeningen. Hun studie werd op 25.06.2022 gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke magazine NATURE. https://www.nature.com/articles/s41467-022-31401-5


De wetenschappers hebben hun onderzoek gericht op de volledige Franse bevolking tussen 12 en 50 jaar in de periode van 12 mei 2021 tot 31 oktober 2021 ( hetzij de periode waarin de massa vaccinatie geopend werd voor individuen jonger dan 50 jaar ). De studie is gebaseerd op de data van de National Health Data System die data van 99% van de bevolking registreert ( 67 miljoen mensen ) en op data van alle Franse ziekenhuizen, meer bepaald het ontslag ( van zieken ) uit ziekenhuizen database ( PMSI ) die gelinked zijn aan de nationale vaccinatie databank voor Covid19 ( VaC-SI ) en de database die testresultaten registreert ( Si-DEP ) en meer specifiek op alle patiënten die tijdens de gestelde periode zijn opgenomen in een Frans ziekenhuis met de diagnose van myocarditis of pericarditis. Elke persoon met aandoeningen is apart onderzocht.

Blootstelling ( aan mRNA ) is gedefinieerd als vaccinatie met een mRNA vaccin 1 tot 7 dagen of 8 tot 21 dagen voor de index datum waarbij de eerste en tweede dosis afzonderlijk onderzocht zijn. Niet gevaccineerde personen en al degenen die meer dan 21 dagen voor de index datum gevaccineerd zijn, zijn geregistreerd als " niet blootgesteld " ( aan mRNA ). Personen met een voorafbestaande historiek van myocarditis of pericarditis gedurende 5 jaar voor de index datum en die tijdens het gestelde tijdvak van onderzoek opgenomen zijn in een ziekenhuis zijn geregistreerd met een code ICD-10 en uitgesloten van het onderzoek.

De wetenschappers stellen dat zij gestoten zijn op verschillende beperkingen in hun onderzoek. De NHDS databank bevat heel weinig tot geen klinische en labo studies over de betrokken gevallen ( ttz de personen die opgenomen zijn in ziekenhuizen met myocarditis of pericarditis ) Deze personen zijn enkel kunnen geïdentificeerd worden op basis van de diagnose codes die ziekenhuizen gebruiken. Bijgevolg heeft het onderzoeksteam geen asymptomatische gevallen of lichte vormen van myocarditis of pericarditis die geen ziekenhuisopname vereisen kunnen detecteren.


CONCLUSIE ( in originele tekst ) :

The risk of myocarditis was substantially increased within the first week post vaccination in both males and females.

An increased risk of pericarditis was also found in the first week after the second dose of either of the mRNA vaccines among both males and females (Fig. 2 and Table S3).

For both vaccines, the risk of myocarditis was increased in the seven days post vaccination (Table 2; in the rest of the text, we will refer to multivariable odds ratios). For the BNT162b2 vaccine, odds ratios were 1.8 (95% confidence interval [CI]: 1.3–2.5) for the first dose and 8.1 (95% CI, 6.7–9.9) for the second. The association was stronger for the mRNA-1273 vaccine with odds-ratios of 3.0 (95% CI, 1.4–6.2) for the first dose and 30 (95% CI, 21–43) for the second. The risk of pericarditis was increased in the seven days following the second dose of both vaccines, with odds ratios of 2.9 (95% CI, 2.3–3.8) for the BNT162b2 vaccine and 5.5 (95% CI, 3.3–9.0) for the mRNA-1273 vaccine. Vaccination in the previous 8 to 21 days, with either the BNT162b2 or mRNA-1273 vaccine was not associated with a risk of myocarditis or pericarditis. Independently of vaccination status, a history of myocarditis was strongly associated with a risk of contracting myocarditis during the study period, with an odds-ratios of 160 (95% CI, 83–330). The same was true for pericarditis, with an odds ratio of 250 (95% CI, 120–540). No interaction was found between history of myocarditis or pericarditis and vaccine exposure.

Among exposed cases, the delay between administration of the vaccine and hospitalization (Fig. S2) was shorter after the second dose than after the first dose, both for myocarditis (median of 4 days versus 10 days after the BNT162b2 vaccine and of 3.5 days versus 9 days after the mRNA-1273 vaccine) and for pericarditis (median of 6 days versus 10 days after the BNT162b2 vaccine and of 3 days versus 11 days after the mRNA-1273 vaccine).

There are several factors that support the hypothesis of a causal relationship between exposure to mRNA vaccines and the risk of myocarditis and pericarditis. First, the associations remained strong, even after adjusting for a history of these conditions or recent SARS-CoV-2 infection, and in a period during which most common respiratory viruses were not widely circulating26,27. Second, the time that elapsed between exposure to the vaccine and hospitalization was very short for both conditions, particularly after the second dose. Third, in most cases, the associations did not persist after seven days following exposure. Fourth, the stronger risk associated with the second dose and the mRNA-1273 vaccine, which contains a larger amount of mRNA, suggest a dose response relationship.


Hoewel deze ernstige bijwerkingen ( die gepaard gaan met een sterke stijging van hart-en vaatziekten en SAD's ) sinds minstens december 2020 gekend zijn en zoniet toch alleszins sinds juli 2021, wil Minister Crevits toch vanaf september 2022 een nieuwe vaccinatie ronde inlassen ( voor een 4de intenting of de derde voor wie deze nog niet heeft genomen ) en Minister Frank VDB de zorgsector nog steeds dwingen tot vaccinatie via een wettelijke verplichting....

Te gek voor woorden temeer wanneer men bedenkt dat de lijst van de bijwerkingen niet beperkt is tot risico op myocarditis of pericarditis bij 12 tot 50 jarigen, maar nog een lange reeks andere ernstige aandoeningen en bijwerkingen bevat ( zie hiervoor het werkdocument van Pfizer in een eerdere post & de databanken van Vaers, Eudravigilance en VigiAcess )


Fig. 1: Association between myocarditis and exposure to mRNA vaccines within 7 days, according to sex and age group.





https://www.nature.com/articles/s41467-022-31401-5


4 views0 comments

Comments


bottom of page