Carine Knapen
Bij arrest van 2 maart 2023 heeft het Belgisch Grondwettelijk Hof de vorderingen van diverse verzoekers tot nietigverklaring van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, beter gekend onder de benaming " pandemiewet ", afgewezen als ongegrond en de wet grondwettelijk verklaard en een robuuste basis vormt voor het nemen van maatregelen in geval van epidemische noodsituatie.
Het Hof is van mening dat een loutere beperking van een grondrecht op zichzelf niet strijdig is met artikel 187 van de Grondwet, temeer daar de rechtelijke toetsing waarin de Grondwet voorziet onaangetast blijft.
(*) Art.187 bepaalt de Grondwet nooit kan geschorst of opgeheven worden.
Het Hof stelt dat het KB dat de epidemische noodsituatie afkondigt of in stand houdt kan worden aangevochten voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en kan worden betwist voor de gewone rechter zolang het desbetreffende KB nog niet werd bekrachtigd door de kamer van volksvertegenwoordigers.
Na deze bekrachtiging wordt het Grondwettelijk Hof bevoegd. De besluiten genomen door de Koning, of zijn ministers, provinciegouverneurs of burgemeesters kunnen worden aangevochten voor de Raad van State en betwist voor de gewone rechter.
Kortom, staat een en ander u niet aan ? Tast dan maar in uw geldbuidel en stap naar de rechtbank.
Het Hof is tevens van oordeel dat, hoewel de maatregelen van bestuurlijke politie een ingrijpende weerslag kunnen hebben op beleidsdomeinen die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en/of de gewesten behoren, de Pandemiewet slechts in die mogelijkheid voorziet bij wijze van machtiging aan andere overheden en het in voorkomend geval aan de Raad van State en de gewone hoven en rechtbanken toekomt na te gaan of de daadwerkelijk genomen maatregelen van bestuurlijke politie de bevoegdheidsgrenzen eerbiedigen ( of niet ).
Met andere woorden, als er opnieuw een pandemie of epidemie zou afgekondigd worden, kunnen burgers pas verhaal laten gelden voor de Raad van State of de gewone rechtbanken NA dat er bij Koninklijk Besluiten vrijheidsbeperkende maatregelen uitgevaardigd zijn. Tegen de tijd dat door deze rechtsmachten een beslissing gevled wordt, zijn minstens 9 tot 15 maanden verstreken en is de ingestelde procedure zonder voorwerp, zoals we zo vaak gezien hebben tijdens de Covid pandemie waar de Ministeriële Besluiten en nadien de Koninklijke Besluiten mekaar in hoog tempo opvolgden en de ene opgeheven of gewijzigd werd door de andere waardoor ook het instellen van een procedure tegen en specifiek Ministerieel of Koninklijk Besluit niet nuttig was.
Meerdere verzoekers hebben opgeworpen dat de pandemiewet niet omschrijft aan welke voorwaarden moet voldaan zijn op vlak van aantal besmettingen, zieken en doden om te kunnen spreken van een epidemie maar op dat punt zeer op de vlakte blijft waardoor de wet van toepassing kan worden verklaard op eender welke situatie waarbij een paar personen gevat worden met een virale ziekte.
Het Hof heeft deze argumenten niet weerhouden en stelt dienaangaande dat :
a) in het eerste luik van de wet wordt volgens het Hof een epidemie beschreven als een bijzondere situatie die daadwerkelijk of potentieel een groot aantal mensen in België kan treffen en hun psychische en/of fysieke gezondheid ernstig kan aantasten.
De situatie zelf of de oorzaak ervan moet volgens het Hof niet noodzakelijk op het ( volledige ) Belgisch grondgebied plaats vinden. Dit betekent dat de noodsituatie ook kan worden afgekondigd VOOR dat er in België een groot aantal slachtoffers is.
Het ontwerp van de wet gaat er van uit dat het evenredigheidsbeginsel samen met het voorzorgsbeginsel zal worden toegepast, maar ... dit werd niet overgenomen in de wet zelve. Het ontwerp heeft op dit punt geen enkele waarde.
b) in het tweede luik van de wet wordt volgens het Hof gewezen op de daadwerkelijke of potentiële impact van de situatie op het gezondheids-zorgsysteem. De impact kan voelbaar zijn in meerdere aspecten van het systeem maar moet voelbaar zijn in minstens één ervan. Het kan gaan om een ernstige overbelasting van bepaalde gezondheidszorgbeoefenaars en-voorzieningen en/of de nood om hen te versterken, ontlasten of ondersteunen zodat een implosie van het gezondheidszorgsysteem kan worden vermeden. Daarnaast kan de situatie volgens het Hof ook leiden tot een nood aan een snellere beschikbaarheid van geneesmiddelen ( vaccins ? ), medische hulpmiddelen of persoonlijke beschermingsmiddelen ( mondmaskers ).
c) In het derde luik van de wet wordt volgens het Hof het verband gelegd met de federale fase ( 4 ) en de noodzaak om in dat geval een coördinatie en beheer van de bevoegde actoren op nationaal niveau in plaats te stellen om de dreiging weg te nemen of de nefaste gevolgen van de gebeurtenis te beperken.
d) Het vierde luik heeft volgens het Hof betrekkeing op de eventuele beoordeling van de situatie door internationale organisaties waarvan België lid of partner is ( hiermee wordt duidelijk gedoeld op de WHO ). Volgens het Hof stopt een epidemie immers niet aan de landsgrenzen. de erkenning van de situatie door de WHO of door de Europese Unie kan een bijkomend element zijn om in België een epidemische noodsituatie af te kondigen.
Punt B.23.3. : opdat de Koning de epidemische noodsituatie kan afkondigen of in stand houden, moet volgens het Hof cumulatief voldaan zijn aan de punten a), b) en c). In België kan dus geen epidemische noodsituatie worden
afgekondigd wanneer België zelf niet is getroffen door een epidemie.De wetgever heeft aangegeven dat de erkenning door de WHO of de Europese Unie slechts een bijkomend element kan zijn en dat wat in het buitenland gebeurt, niet altijd een impact zalhebben in België.
De definitie van «epidemische noodsituatie» is derhalve volgens het Hof WEL duidelijk en de essentiële elementen zijn door de wetgever zelf bepaald.
Voorts meent het Hof dat uit het onderzoek van de grondwettigheid van de delegatie aan de betrokken overheden om de bij de wet opgesomde
maatregelen van bestuurlijke politie te nemen-delegatie waarin artikel 4 van de Pandemiewet voorziet - die delegatie geen afbreuk doet aan de aangelegenheden die de Grondwetgever aan de wetgever heeft voorbehouden.
Meerdere verzoekers hebben opgeworpen dat de epidemische
noodsituatie zou moeten steunen op een objectieve analyse van de wetenschappelijke gegevens en niet op eenvoudige voorspellingen van de epidemische gegevens.Een evaluatierapport naderhand (artikel10 van de Pandemiewet) zou niet voldoende zijn; er zou een voorafgaande
analyse moeten gebeuren. Dit argument is door het Hof onontvankelijk verklaard wegens niet voldoende gepreciseerd wat getuigt van een zekere onwil om dit pertinente argument te ( willen ) beoordelen.
Er zijn nog andere argumenten ingeroepen maar deze zijn in het kader van de huidige verslaggeving niet relevant.
Feit is wel dat de raadslieden van de Ministerraad op alle mogelijke manieren getracht hebben om de vorderingen van de eisers eerder naar de vorm dan naar de grond ontoelaatbaar en ongegrond te laten verklaren daar zij beweerdelijk het vereiste belang niet aantoonden en hun vorderingen en aangevoerde middelen onvoldoende duidelijk waren waardoor het onmogelijk was om hierop op nuttige wijze een verweer te ontwikkelen. Kortom, de Ministerraad heeft geen enkel middel onbenut gelaten om haar slag thuis te halen.
Het Hof heeft al deze excepties afgewezen maar ten gronde wel een duidelijk standpunt ingenomen dat niets aan de verbeelding overlaat.
De eerste 51 pagina's van het arrest bespreken alle opgeworpen excepties. De argumentatie ten gronde van het Hof kan gelezen worden vanaf pagina 52.
U vindt het volledige arrest, dat 108 pagina's beslaat, in deze link.
Minister van Binnenlandse zaken Annelies Verlinden heeft het arrest op 2 maart 2023 samen met een persbericht op haar website geplaatst. De krant HLN en De Morgen ( beide deel uitmaakt van DPG Media ) hebben erover bericht. De nationale staatszenders VRT en RTBF en de commerciële zenders VTM en RTL hebben zich daarentegen in stilte gehuld.
Dank voor deze post!
Als amateur ben ik wat minder in detail gegaan in mijn post op het platform: https://www.wwhisper.com/nl/platform/algemeen/grondwettelijk-hof-behoudt-pandemiewet-waarom-daarom
Ondanks alle vormelijke spitsvondigheden en hoogstandjes is er toch "een dingetje" waar de rechters tijdens de pleitzitting de wenkbrauwen bij fronsten, namelijk een mogelijke "persoonlijke verantwoordelijkheid" die ik daar aanhaalde.
In het beroep dat werd ingesteld vanwege een door mezelf geanimeerde groep, wordt bepleit dat de maatregelen waarvoor de regering en andere meelopers krachtens de pandemiewet machtiging kunnen krijgen om die te nemen, neerkomen op foltering (zie bespreking van de middelen in het arrest onder zaak nr. 7752 vanaf p. 18/108).
In het internationaal humanitair recht (overgenomen in het Belgisch Strafwetboek) is foltering onder alle omstandigheden verboden (zie ook EVRM,…
Het is toch al lang duidelijk dat we van politiek, msm en justitie niet veel te verwachten hebben , zij denken immers alle belang te hebben bij het bevestigen van de toestand die ze zelf mee gecreëerd hebben en in stand houden . Mensen die hopen dat bijvoorbeeld verkiezingen iets kunnen veranderen , mogen blijven hopen ( Mark Twain : "als verkiezingen echt iets zouden kunnen veranderen, zouden ze verboden zijn " )...Echte verandering zal enkel van uit de basis van de samenleving komen, en die is daar voorlopig nog niet toe in staat ( ik blijf een optimist ).
Het is een keuze die ieder voor zichzelf bewust dient te maken. Een van mijn favoriete quotes van Einstein is…
Hoe corrupter kan het nog worden?
Democratie =dictatuur!
Wiens brood men eet...