Op de federale ministerraad van 21 april 2023 werd het door minister van energie Tine Van Der Straeten voorgestelde " Definitief Nationaal Energie-en Klimaatplan " goed gekeurd. Dit plan werd reeds op 18.12.2019 goedgekeurd in het Overlegcomité. Sindsdien is al een veelheid van wetgeving uitgevaardigd ( vooral door de Vlaams Regering, voorgezeten door Jan Jambon, waarbij de data van bepaalde voorzieningen in het plan werden vervroegd en ondertussen al in geïmplementeerd zijn. Alles wat bepaald is in het NEKP moet tegen 2030 uitgevoerd zijn. Het plan heeft nog een vervolgprogramma met dezelfde voorzieningen die tegen 2050 nog strakker zullen zijn.
Het NEKP behelst 413 pagina en leest als een spannende thriller. Science-Fiction is het echter niet, maar bittere realiteit. Elke burger zou dit plan moeten lezen zodat elkeen weet wat ons allemaal te wachten staat en achter onze rug bedisseld is onder de auspiciën van de EU. De media rept er met geen woord over en de bevoegde overheden ook niet wat nogmaals bevestigt hoe zeer zij de burgers die zij verondersteld zijn te vertegenwoordigen en beschermen, minachten.

Een greep uit de bepalingen waartoe beslist is.
pagina 65-68 :
Privé woningen :
een vermindering van de Belgische huishoudelijke uitstoot van
broeikasgassen met ten minste 80% in 2050 in vergelijking met 1990
Gebouwen
Uitfaseringsscenario voor het op de markt brengen / installeren van verwarmingsketels met fossiele brandstoffen (geen nieuwestookolieketels meer verkocht vanaf 2035).
NOOT : dit is in Vlaanderen vervroegd naar 2023
Het bereiken van energie-en klimaatneutraliteit voor de federale overheidsgebouwen tegen 2040. (rekening houdend met het bestaande gebouwenpark en met beperkingen op technisch,wettelijk eb HR-vlak en met de toegankelijkheid van de openbare gebouwen en de continuïteit
van de openbare dienstverlening.)
Mobiliteit& Transport
•het koolstofvrij maken en het verlagen van de externaliteiten inzake de milieuaspecten (vervuiling, geluid, ...) en samenlevingsaspecten (ongelukken, files, volksgezondheid, ...) van mobiliteit in België.
Bevorderen en reguleren van alternatieve brandstoffen zoals biobrandstoffen (rekening houdend met een globaal bio-based beleid en duurzaamheidscriteria van biobrandstoffen op Europees niveau te verstrengen alsook het gebruik van problematische alternatieven te beperken en uit te sluiten via normering.
Het doel is om tot een modaal aandeel te komen voor verplaatsingen met door de “zachte weggebruikers” (stappen, fietsen, elektrische motoren beperkt tot 25km/uur en speed pedelecs) voor het woon-werkverkeer tegen 2030. Bovendien, zullen de verplaatsingsplannen voor voetgangers worden bevorderd.
Promotie van de elektrificatie van het transport voor elektrische auto’s, licht elektrisch voertuigen , fietsen, steps, scooters en moto’s, etc.
Vergroening van het openbare wagenpark (voorbeeldfunctie), met als uiteindelijk doel voertuigen zonder uitstoot.
België zal in overleg met de EU-lidstaten de invoering bestuderen van een mechanisme om te zorgen voor een transitie naar het gebruik van koolstofvrije energie in de maritieme sector op internationaal, nationaal en internationaal niveau zij het door de oplegging of versterking van emissienormen.
In het kader van het interfederaal Samenwerkingsakkoord inzake duurzame mobiliteit zal de fiscaliteit en de regelgeving inzake elektrische mono-wheels, fietsen, steps, scooters, moto’s en lichte elektrische voertuigen geëvalueerd en herzien worden, .
Circulaire Economie
•Actieplan voor sterke circulaire economie waarbij grondstoffen zoveel mogelijk binnen de economie blijven bestaan, hergebruikt worden en zo lang mogelijk een nuttige waarde blijven behouden.
•Met hun duurzame overheidsopdrachten zal de overheid de markt impulsen geven in de richting van de transitie naar een koolstofvrije economie (vergroening van hun wagenparken, aankoop van groene stroom, aankopen in overeenstemming met de principes van de circulaire economie, keuze van gunningscriteria, enz ...)
Fiscale instrumenten, overheidsfinanciën en financiële regulering
•Verschuiving van de lasten van minder fossiele naar meer fossiele grondstoffen
•Uitfasering van de steun aan fossiele brandstoffen _
•Financiële stromen consistent maken met de transitie naar een koolstofarme samenleving
Organisatie arbeidsmarkt
•Een rechtvaardige transitie garanderen, Educatie en sensibilisering
•Aandacht voor gedragsverandering van mensen, door middel van initiatieven op het gebied van onderwijs, de opvoeding, de opleiding en de sensibilisering via cultuur met bijzondere aandacht voor het belang van sensibilisering over de ecologische voetafdruk van consumptie met de opzet het motiveren, stimuleren en informeren van de burger om het gedrag te wijzigen en om blijvend te investeren.
•Informeren over de klimaatproblematiek en het klimaatbeleid, en stimuleren van de burger om klimaatacties te initiëren en versterken (gedragswijzigingen en investeringen).
Inzetten op vorming, publieke bewustmaking, publieke participatie, publieke toegang tot informatie en het maatschappelijk debat in uitvoering van artikel 12 van de Overeenkomst van Parijs om het draagvlak voor de koolstof neutrale transitie bij de stakeholders en het grote publiek, te vergroten.
Adaptatie
•Doelstellingen van de federale bijdrage tot het Nationaal Adaptatieplan30:
om de risico’s verbonden aan de impact van de klimaatverandering beter te kunnen evalueren en om er beter te kunnen op anticiperen en reageren (uitbreiding van de kennis) op de risico’s en ze te beperken, en om eventuele voordelen van de klimaatverandering te maximaliseren
Transport :

p.99 : Energieverbruik :
30 -35% minder tegen 2030

p.143 Gebruik van materialen :

P.150 : Eiwittransitie :
In de zomer van 2019 werd de stuurgroep eiwittransitie opgestart binnen het Departement Landbouw en Visserij, met vertegenwoordiging van het ILVO, waarbij een eiwittransitie in de brede zin wordt beoogd zowel voor feed als food. Dit platform buigt zich over beleid, onderzoek en stakeholderoverleg.
Hieronder vallen verschillende werkkaders:
Het verduurzamen van eiwitbronnen binnen het diervoeder, ter navolging van het actieplan alternatieve eiwitten in samenwerking met de Belgian Feed Association (BFA).
Het verder verduurzamen van de klassieke dierlijke productie.
Het verder inzetten op plantaardige eiwitten via eiwithoudende gewassen.
Het ondersteunen van de ontwikkeling van alternatieve plantaardige en dierlijke eiwitbronnen via onder meer het strategisch platform voor insecten, algen, enzovoort.
Ondersteunen van nieuwe markten voor deze ganse keten van productie tot afval.
Vanaf p.152 specifiek voor Vlaanderen ( strenger dan in Wallonië en BHG )
Sommige regelgeving bestaat al sinds 2016
Pagina 172 samenwerking met Federaal niveau
De invoering van een heffingssysteem voor koolstof (om de schade veroorzaakt door de broeikasgasemissies te internaliseren en ondernemers aan te moedigen omkoolstofarmere oplossingen te gebruiken). Bij ontstentenis zal de Regering de progressieve verhoging van de accijnzen op brandstof verdedigen;
De verlaging van de btw op de reparatiediensten;
De aanpassing en de geleidelijke versterking van de productnormen, met vooral een verbod op het op de markt brengen van:
Huishoudelijke producten die veel energie verbruiken;
Dranken in plastic flessen, met de gelijktijdige invoering van een kader dat het gebruik van statiegeld bevordert en de invoering van twee of drie gestandaardiseerde formaten voor alle dranken die in België worden verkocht.
De beleidslijnen en maatregelen die erop gericht zijn de uitstoot van broeikasgassen die afkomstig zijn van de vervoersmiddelen te verminderen zijn opgebouwd rond de volgende 3 assen:
1. De vraag naar mobiliteit verminderen, vooral via ruimtelijke ordening (verkleinen van de afstanden tussen de woongebieden, de diensten en de recreatie) en gedrags-en culturele veranderingen;
2.Sturen van de mobiliteitsontwikkeling. Dit gebeurt door het uitbouwen en investeren in een multimodaal mobiliteitssysteem, waardoor de modal shift wordt bevorderd door het versterken en verbeteren van het openbaar vervoeraanbod en door het aanmoedigen van het gebruik van de
zachte mobiliteit (wandelen, fiets);
3. Voor het deel van het transport dat via de weg blijft verlopen, streven naar het geleidelijk koolstof vrij maken van het wegtransport via koolstofarme of koolstofvrije technologieën
p.178
We stimuleren het gebruik van lichte, voornamelijk elektrische voertuigen
Binnen een multimodaal mobiliteitssysteem zijn voor individuele verplaatsingen lichte elektrische voertuigen zoals fietsen, speed pedelecs, motorfietsen, ... milieuvriendelijker en energie-efficiënter dan zwaardere alternatieven. Dat geldt uiteraard ook voor de gewone fiets. Er wordt werk gemaakt van aangepaste inrichting van het openbaar domein zodat de nodige ruimte en infrastructuur wordt gecreëerd voor een veilig en comfortabel gebruik van dergelijke transportmiddelen. Er wordt tevens werk gemaakt van samenhangende, comfortabele en veilige netwerken voor zachte(re) mobiliteit.
Er schuilt een groot milieupotentieel in lichte elektrische voertuigen (LEV), zowel voor woon-werkverkeer als voor logistiek.
We ondersteunen de aankoop en het gebruik van zero-emissievoertuigen.
Tegen 2030 moet de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuw verkochtewagens per producent dalen met 37,5% ten opzichte van 2021 voor wagens en 31% voor nieuwe bestelwagens.
Fabrikanten van vrachtwagens zijn sinds 2019 verplicht om het brandstofgebruik van hun voertuigen te meten aan de hand van de VECTO-testprocedure en CO2-en andere voertuiggegevens te rapporteren aan de Europese Commissie. Over het voorstel van de Commissie om de CO2-emissies van zware voertuigen aan banden te leggen werd een akkoord bereikt tussen het Europees parlement en de Raad op 22 februari 2019. Het akkoord beoogt een reductie in CO2-uitstoot van nieuwe vrachtwagens van 15% vanaf 2025 en 30% vanaf 2030 ten overstaan van het referentieniveau in 2019/2020. De reductie doelstelling voor 2030 is bindend, tenzij anders wordt besloten op de in 2022 voorziene evaluatie.
We zorgen ervoor dat de reële emissies van voertuigen dalen
p.184 Trajectcontrole
Trajectcontrole zorgt voor een meer constante gemiddelde snelheid en vlottere doorstroming van verkeer. Gedurende minimaal 3 jaar bouwen we per jaar 20 installaties voor trajectcontrole op nieuwe locaties op gewestwegen. Ook op snelwegen wensen we het aantal trajectcontroles drastisch te verhogen. Door gebruik te maken van het federale ANPR-netwerk op snelwegen is het de ambitie om te resulteren in een ‘dekking’ van ± 50%
Zelfsturende en geautomatiseerde voertuigen
Ontwikkelingen op het vlak van geconnecteerde en autonoom rijdende vervoermiddelen bieden mooie kansen op veiliger en vlotter verkeer (minder ongevallen, kortere volgafstanden), maar ook op een duurzamere en meer inclusieve mobiliteit. Ze vergemakkelijken het gecombineerd gebruik van
de verschillende modi, en brengen ook nieuwe uitdagingen met zich mee (een mogelijke grotere mobiliteitsvraag, cybersecurity, privacy, etc.).
Met het Mobilidata-programma worden, in co-creatie met private partners, innovatieve mobiliteitsoplossingen gerealiseerd. Ook wordt er verder gebouwd aan een digitale data-infrastructuur en aan kwalitatieve en duurzame databronnen.
We verlagen sneller de maximumsnelheid indien de normen voor fijn stof overschreden worden. Wanneer de normen voor fijn stof overschreden worden, worden verschillende milderende maatregelen genomen. Zo wordt de snelheid op snel-en ringwegen beperkt tot 90 km/u.De algemene beperking van de maximumsnelheid tot 90 km/u heeft ook een gunstig effect op de
CO2uitstoot. We verlagen de maximumsnelheid wanneer de normen voor fijn stof dreigen te overschrijden Deze maatregel heeft een positieve impact op de luchtkwaliteit voor de directe omwonenden alsook een positieve impact op de CO2uitstoot.
p.187
Hoofdlijn 1: Rationalisering van de mobiliteitsbehoeften (Avoid)
Het streven naar het 'verminderen van onze behoefte aan individuele verplaatsingen en goederenvervoer' is een cruciale denkpiste om het transportsysteem duurzaam te maken.
Hoofdlijn 2: Bevorderen van de modale transfer (modal shift)
berust op een shift van het goederenvervoer per vrachtwagen naar het spoor en de waterwegen tegen 2030. Hetzelfde geldt voor de personenmobiliteit: de auto moet aanzienlijk inbinden ten voordele van het openbaar vervoer en de actieve vervoerswijzen (te voet, per fiets, enz.)
Hoofdlijn 3: Verbetering van de prestaties van de voertuigen (Improve)
De toenemende elektrificatie van het voertuigenpark zal tegen 2030 worden versterkt. Tegelijk zal de oriëntatie van de aankoop van nieuwe voertuigen naar minder energieverslindende modellen (minder krachtig, lichter) worden bevorderd via een aanpak die ook voordelen zal bieden in de zin van een
vermindering van verkeersongevallen.( voorwendsel )
p.190 : Mobipool
Een 'mobipool' is: een fysieke plek die beschikt over een structurerend mobiliteitsaanbod, dus met een aantrekkelijk dienstverleningsniveau.
We spreken over een structurerend aanbod wanneer de frequentie, de
snelheid en het comfortniveau van de dienstverlening potentieel aantrekkelijke oplossingen bieden in vergelijking met het traditionele gebruik dat van de auto wordt gemaakt (namelijk een gebruik in ondercapaciteit). Dit aanbod zal bestaan uit de ontwikkeling van vormen van dienstverlening waarvan de kenmerken vooral gericht zullen zijn op de verwachtingen van de toekomstige
gebruikers.
De mobipool is ook een plek die zo toegankelijk mogelijk moet zijn voor een maximaal aantal personen en types van oplossingen. Dit aspect van het concept is bedoeld om te vermijden dat de middelen voor de infrastructuur versnipperd worden over het hele grondgebied.
Tot slot is het ook een plaats die bestemd is om uit te groeien tot transitpunt. Er moeten dus middelen worden gevonden om de mobipool als zodanig aantrekkelijk te maken. Het is noodzakelijk dat 'de omweg de moeite loont'.
p.195 Brussel en andere grootsteden
Verbanning van verbrandingsmotoren
Net als andere grote steden wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geconfronteerd met een bijzondere vervoerssituatie vanwege het grote aantal pendelaars. De mobiliteitsbehoefte wordt bovendien nog sterk ingevuld met individuele oplossingen die zeer veel koolstof en luchtverontreinigende stoffen uitstoten.
Met het oog op deze situatie heeft de regering besloten maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit in de hoofdstad te verbeteren. Zij keurde daarom het verbod goed op dieselvoertuigen tegen uiterlijk 2030 en op benzine-en LPG-voertuigen tegen uiterlijk 2035.
p.206 Uitstap uit stookolie vanaf 2025
Stookolie wordt op het gewestelijke grondgebied nog veelvuldig gebruikt voor verwarming en sanitair warm water. Het vertegenwoordigt 16% van het ketelpark en stoot 32% meer koolstofdioxide uit dan aardgas. Nochtans zijn er koolstofarme of hernieuwbare alternatieven beschikbaar. Uit studies en uit de feedback van het terrein blijkt dat verwarmingsinstallaties, vooral verwarmingsketels, een veel langere gebruiksduur hebben dan andere uitrustingen van het gebouw.
Eigenaars hebben de neiging om hun installatie te behouden zolang ze functioneert, ongeacht de energieprestaties van deze installaties. Een stookolieketel die vandaag wordt geïnstalleerd en minimaal onderhouden wordt, zal over 28 à 30 jaar (of zelfs 35 jaar) nog altijd worden gebruikt.
Gezien de uitdagingen moeten we de komende periode dus benutten om geleidelijk aan minder stookolie te gebruiken voor verwarming.Er zal echter bijzondere aandacht worden besteed aan grote oliegestookte stookruimten in scholen en openbare gebouwen.
In die context verbindt de regering zich ertoe om:
In de wetgeving het verbod op de installatie van verwarmingsapparaten en/of sanitaire warmwaterproductieapparaten op stookolie op te nemen vanaf 2025
Noot : het verbod is in Vlaanderen reeds in voege sinds 01.01.2023
Uitstap uit aardgas vanaf 2030
Koolstofneutraliteit benaderen betekent, zoals voorzien in het Energiepact, ervoor zorgen dat we tegen het midden van de eeuw geen fossiele energie meer zullen gebruiken voor onze verwarmingsbehoeften. Rekening houdend met de levensduur van de uitrustingen (20 à 25 jaar voor installaties op aardgas) moet vanaf 2030 ook worden gewerkt aan de geleidelijke uitstap uit aardgas.
De Regering verbindt zich ertoe om:
De mogelijkheid te onderzoeken om vanaf 2030 een verbod op te leggen op de installatie van kook-,verwarmings-en sanitaire warmwaterproductieapparaten op aardgas of butaan/propaangas
NOOT : in Vlaanderen mag sinds 01.01.2023 geen nieuw gasinstallatie meer geplaatst worden
p.208 Landbouw
De beleidslijnen voor niet-energetische emissies in de sector landbouw en de bijhorende maatregelen zijn als volgt uitgezet:
•Dierlijke productie
•Minder enterische emissies (methaan)
•Minder emissies bij mestopslag en mestmanagement (methaan, lachgas)
•Plantaardige productie
•Minder bodememissies door verhoogde stikstofefficiëntie (lachgas)
•Sluiten van kringlopen / valoriseren vannevenstromen
•Verdere verduurzaming van de visserijsector
•Horizontale maatregelen binnen de landbouw
•Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2020
•Samenwerking in de keten
•Geïntegreerde aanpak voor onderzoek, innovatie en kennisdoorstroming
Dierlijke productie :
De algemene trend van consumptiematiging voor vleesproducten
(o.a. runds-en varkensvlees) die zich het voorbije decennium inzette, zal aanhouden. Een afnemende vraag leidt tot een teruglopend aanbod gezien de trend aan vraagzijde zich niet enkel binnen België maar binnen de hele eenheidsmarkt/douane-unie voordoet. De Europese Commissie voorspelt dat
aan aanbodzijde zowel de varkensstapel als de rundveestapel zal afnemen tegen 2030. Zowel het optimaliseren van voederrantsoenen en van de voederefficiëntie als het verbeteren van het bedrijfsmanagement kunnen de methaanuitstoot per dier terugdringen.
Plantaardige productie
Minder bodememissies door verhoogde stikstofefficiëntie
De huidige stikstofverliezen in de landbouwsector hebben een directe en indirecte impact op de milieukwaliteit (broeikasgassen, verzuring, vermesting).
Stikstofemissies naar lucht en water, afkomstig van de dierlijke en plantaardige productie en biomassaverwerking, kunnen gereduceerd worden :
Diervoeder met laag eiwitrantsoen, eigen eiwitproductie en eiwitten uit reststromen;
Precisielandbouw: juiste dosis op het juiste moment en de juiste plaats;
Efficiëntere stikstofopname door aangepaste gewassen (veredeling, nieuwe technieken,...) en teeltrotaties (met bv. vlinderbloemigen);
Gebruik van kunstmest reduceren door aangepaste teeltrotaties en het gebruik van kunstmestvervangers te stimuleren;
Transitie mestverwerking van nutriëntenverwijdering naar nutriëntenrecuperatie en beperking N-verliezen.
En zo gaat het nog 200 bladzijden door ....
Jan Jambon is ook ern pure opportunist geworden!
Sky News Australia heeft eens uitgezocht wat er nodig is aan zonnepanelen en windmolens om de energietransitieplannen van de australische regering te realiseren - en ontdekt daarbij dat de chinese zonnepanelenindustrie ( waar de hele wereld afhankelijk van is ) volledig draait op slavenarbeid ! Zolang we fairtrade koffie drinken zal het wel ok zijn zeker ?
https://www.youtube.com/watch?v=y9JLsIDVPk4&pp=ygUSc2t5IG5ld3MgYXVzdHJhbGlh
Morele overwegingen , of technische haalbaarheid van al die nonsens, doen er totaal niet toe voor de politici die alleen geïnteresseerd zijn in het nazeggen van zoveel mogelijk politiek correcte woordjes . Zij die de echte agenda kennen en uitvoeren zijn maar wat blij met zoveel stupiditeit en onwetendheid